Rijk en divers

Het complexe en dynamische systeem van leefgebieden in de Waddenzee biedt ruimte aan een grote diversiteit aan soorten, in het water en op het land. Van de 10.000 soorten in flora en fauna die de Waddenzee rijk is, zijn ongeveer 2.700 soorten van mariene oorsprong. Zo’n minimaal 5.100 zijn semi-terrestrische en terrestrische soorten. De rest zijn verschillende eencellige groepen en kleine meercellige dieren. Er zijn ongeveer 2.300 soorten aan fototrofe planten (doen aan fotosynthese; vert.), 1.300 soorten macrofungi en 4.200 soorten dieren. Met deze indrukwekkende soortenrijkdom draagt de Waddenzee ertoe bij het verlies van biodiversiteit in gematigde kustzones te compenseren.


 

Soorten in de kwelders


Soorten in de kweldervegetatie. CWSS/ Bostelmann.

In de kwelders leeft een ongelooflijk groot aantal kleine geleedpotigen, vooral insecten en spinnen. De belangrijkste primaire producenten, vasculaire planten, omvatten slechts 45 soorten. 6 soorten watervogels en 400 soorten insecten foerageren direct op deze planten. Nog eens 500 soorten voeden zich met dood plantenmateriaal, algen en schimmels. Er leven 245 soorten rovende geleedpotigen en 250 soorten parasieten. Daarnaast foerageren en rusten hier 100 soorten vogels. In totaal zijn dit 1.600 landsoorten, waarbij de 500 soorten in het water levende, meestal ongewervelde dieren van de meiofauna niet zijn meegeteld. Met de eencellige organismen erbij die bij de tellingen niet worden meegenomen, zijn het in totaal ongeveer 2.300 taxa die in de kwelders van de Waddenzee leven. Deze biodiversiteit is vergelijkbaar met die van Europese bossen in de gematigde zone.


 

Vissen


Schol. Robbert Jak.

Van de meer dan 140 vissoorten die in de Waddenzee worden gevonden, brengen 20 ervan hun hele leven in het getijdengebied door. Schol en tong paaien in de Noordzee en hun eieren en larven drijven naar het getijdengebied, veranderen daar van gedaante en vestigen zich op het wad. Hier profiteren ze van voldoende voedsel en warme temperaturen. Ze verlaten de Waddenzee als jonge vissen vóór hun eerste winter. Jonge exemplaren van haring en sprot zijn vooral ’s nachts in grote scholen te vinden. Verschillende diadrome (tussen zout en zoet water migrerende; vert.) soorten paaien in de rivieren en passeren de Waddenzee alleen maar. Wijting en kabeljauw planten zich op open zee voort, maar in sommige jaren vallen jonge exemplaren in de late zomer en in het najaar massaal de Waddenzee binnen, met dramatische gevolgen voor garnalen en kleine vissen waarop ze jagen.


 

Trek- en broedvogels


Visdief. Kees Koffijberg.

De Waddenzee is een hotspot van vogels en één van de belangrijkste locaties voor kustvogels in de hele wereld. Ze worden niet alleen door het hoge voedselaanbod aangetrokken, maar ook omdat er geen roofdieren (zoogdieren) en menselijke verstoring op sommige van de eilanden en hoge zandplaten zijn. Bijna één miljoen bodembroedende vogels, afkomstig van 31 soorten, komen hierop af. Meer dan een kwart van de Europese populaties van de Euraziatische lepelaar, de kluut, de lachstern en de grote stern broeden in het Waddengebied.

Bij 43 vogelsoorten is meer dan 1% van de trekkende populatie van de Waddenzee afhankelijk, waardoor het gebied volgens de Ramsar-conventie een wetland van internationaal belang is. 4 van deze soorten broeden alleen in de Waddenzee, 15 zijn hier alleen tijdens hun seizoensgebonden trektochten en 24 doen allebei. Bijna de hele populatie van de donkerbuikige rotgans en de hele Europese en West-Russische populatie van de bonte strandloper gebruiken de Waddenzee. Nog eens 7 soorten zijn hier met meer dan 50% en verdere 14 soorten met meer dan 10% van hun trekroute-populatie aanwezig, waaronder scholekster, kokmeeuw, kanoetstrandloper en smient. In de late zomer ruien bijna alle bergeenden van Noord- en West-Europa in de minst verstoorde delen van de Waddenzee. Veel vogels gebruiken de Waddenzee alleen maar kort, andere gedurende enkele maanden om voldoende energie te tanken voor hun verdere trektocht. Andere soorten brengen de hele winter in het gebied door. Daardoor is het aantal vogels dat het gebied daadwerkelijk gebruikt (10 -12 miljoen) veel hoger dan het totale aantal dat op een bepaald moment aanwezig is.


 

Zeezoogdieren


Gewone zeehonden. Casper Tybjerg.

Er zijn drie inheemse soorten zeezoogdieren in de Waddenzee: gewone zeehond, grijze zeehond en bruinvis. Zowel de gewone als de grijze zeehond hadden tot halverwege de 20e eeuw enorm last van de jacht, waardoor minder dan 4000 gewone en vrijwel geen grijze zeehonden in de Waddenzee waren overgebleven. Sindsdien zijn grote delen van het gebied en de twee zeehondensoorten zelf onder bescherming gesteld. Als gevolg hiervan, en door verbetering van milieucondities, konden de populaties zich herstellen. Nu herbergt de Waddenzee ongeveer 20% van de Noordoost-Atlantische ondersoort van de gewone zeehond, in 2018 waren het volgens schattingen 40.000 individuen. Migrerend vanuit Britse wateren, werden er in 2019 meer dan 6.500 grijze zeehonden in de Waddenzee geobserveerd. Inmiddels heeft zich een kleine populatie hier gevestigd. In de noordelijke Waddenzee worden regelmatig bruinvis-vrouwtjes met jongen gespot, met een dichtheid van 1-2 individuen per vierkante kilometer.